Wij zijn dol op kruiden, vooral omdat ze een belangrijke factor zijn in onze kombuchas. Toen we ons wat verdiepten in de geschiedenis van het gebruik van kruiden en hoe ze onze gezondheid ten goede kunnen komen, liepen we Lode Claus tegen het lijf, de eigenaar van het eeuwenoude bedrijf 'Kruiden Claus'. Omdat we dezelfde interesses deelden, vergaten we al snel de tijd en hadden we een uitgebreid gesprek 'all about herbs'. Een gesprek dat zo uitgebreid en interessant was dat we er een blogartikel over moesten schrijven!
Wat is het verhaal achter Kruiden Claus?
Het verhaal van Kruiden Claus wordt duidelijk wanneer je naar het logo kijkt. Een van mijn eerste marketingstunts was om hier “sinds 1900” aan toe te voegen. 1900 zou namelijk het aantoonbaar begin kunnen zijn van het bedrijf dat nu Kruiden Claus is. In de orangerie hangen verschillende diploma’s en oorkondes van de voorvaderen. Die reiken terug naar de jaren 1800 en 1900.
Het was Adolf Claus die groene vingers had, in die zin dat hij een interesse had in zowel kruiden als eetbare planten. Adolf was geboren en getogen in België, maar er bestonden toen nog geen tuinbouwscholen. Wat je toen dus moest doen als je de stiel wou leren, was naar de plaats gaan waar de stiel werd uitgeoefend. Toen was dat Frankrijk met zijn vele kastelen en kasteeltuinen. Die kasteeltuinen bestonden natuurlijk uit pracht en praal, maar vooral ook kruiden en eetbare planten. Zowel de moestuin als de kruidentuin waren steevast aanwezig in de kasteeltuinen.
Adolf heeft dus daar de stiel geleerd. Hij heeft dan nog even in Overijse, de gekende druivenstreek, halt gehouden om er de teelt van druiven te leren kennen. Daarna is hij gesetteld in Kruishoutem, waar tot zo’n 35 jaar terug de locatie van Kruiden Claus was.
De zoon van Adolf, Auguste Claus, bleek ook groene vingers te hebben. Hij kweekte groente- en kruidenplantjes. Hij verkocht deze plantjes ook op de markt in Kortrijk.
Het bedrijf heeft oorlogen meegemaakt maar heeft altijd blijven standhouden; de familie is altijd blijven kweken. Mijn vader, Christian Claus, was opnieuw een zoon met groene vingers. Hij is degene die het verhaal van kruiden in België op de kaart heeft gezet. Er werden in die tijd nog maar weinig kruiden gekweekt, en de kruiden die er gekweekt werden waren de heel courante. Mijn vader experimenteerde met verschillende soorten en bouwde zo een heel uitgebreid assortiment uit. Hij heeft van minister Lavens, dat was toen de minister van landbouw, ook een prijs gekregen voor zijn pionierschap. Mijn vader is zich steeds blijven focussen op het uitbouwen van een zo uitgebreid mogelijk assortiment, in plaats van zich te richten op grootschaligheid. Daarbij keek hij vooral naar culinaire kruiden, maar dit altijd in samenspel met de medicinale component.
Ik was een vierde generatie, maar voelde me nooit voorbestemd om kruiden te gaan kweken. We zijn thuis met drie kinderen en als kind waren er altijd wel momenten waarop we moesten helpen. Dat was niet altijd met veel goesting maar we deden het wel, en op die manier leerden we natuurlijk wel een basis werken enerzijds en een basis kruiden anderzijds.
Ik ben dan naar het college in Waregem getrokken en daarna heb ik een master in de handelswetenschappen vervuld in Gent. Ik heb dan nog wat verder doorgewerkt op rechtsgerelateerde zaken aan de VUB in Brussel. Maar op een bepaald moment werd mijn vader zwaar ziek. Voor ons als kwekerij viel dat moeilijk. Ik heb dan mijn masterjaar gecombineerd met het werken op de kwekerij. Dan heb ik de passie voor kruiden gevonden en ben ik er een eigen verhaal rond beginnen uitwerken. Ik besefte dat dit een familieverhaal is. Een verhaal waar ik net door die voorvaderen een mooie gefundeerde basis in heb en daardoor ook de kans heb om een prachtig verhaal verder te zetten. Dus in plaats van een tijdelijke oplossing te bieden, ben ik in het bedrijf gebleven. Ik denk dat ik nu al zo’n 12 jaar in de zaak zit. Ondertussen is mijn vader ook weer op en top in orde en blijft hij actief op de kwekerij.
We zitten dus aan de vierde generatie, en tot op de dag van vandaag is het steeds een vader-zoon verhaal gebleven. De vorige generaties waren allemaal innovatief, en ik probeer uiteraard het verhaal in stand te houden en daar voor een stuk verder op te bouwen.
Is er een bepaald kruid dat doorheen dit verhaal altijd centraal heeft gestaan?
Citroenverbena is altijd een constante geweest binnen ons bedrijf. Citroenverbena heeft ook de Franse benaming verveine, en de Fransen kennen het vooral omdat het een zeer lekker kruid is met een citrusaroma, een citroengeur en -smaak, dat beter smaakt en geurt dan citroen zelf. Je kan het perfect verwerken in iced tea of alcoholische dranken, maar ook in sorbet of in alle mogelijke visbereidingen brengt het een kruid een leuke meerwaarde.
Mijn vader heeft in het begin van zijn carrière wat stekjes citroenverbena verder opgekweekt. Deze komen nog steeds van deze oorspronkelijke soort uit Frankrijk, dus dit kruid gaat al van het begin mee. Ondertussen is één van onze verbrede activiteiten de ontwikkeling van een aantal drankjes en deze hebben als basis de citroenverbena, dus dat is familiegewijs heel leuk.
Welke kruiden zou jij cadeau geven, en waarom?
Zo zijn er veel! Tijm is bijvoorbeeld een goed cadeau. De Latijnse naamgeving kan hierover veel duidelijk maken, thymus vulgaris. Thymus komt van thymon, dit betekent moed en kracht. Ridders en soldaten dronken tijm-thee of namen een bad met tijm voor ze ten strijde trokken, om zo moed en kracht op te doen. Dus als je iemand moed en kracht wil toewensen kan je dat doen met een tijmplantje of een drankje met tijm in. Dat heb ik al meermaals gedaan als iemand in een moeilijke periode zit. Dat is misschien wat sentimenteel maar het draagt wel een mooie symboliek met zich mee.
Rozemarijn is ook een leuke. Dat is het kruid van de liefde, trouw en herinnering. Op Valentijn is het ideale geschenk voor je geliefde dus een grote bos rozemarijn. Het eerste jaar werkt dat perfect, het tweede jaar wat minder. En het derde jaar, dat heb ik nog niet uitgeprobeerd.
Nog een leuke is munt. Munt is het symbool van dankbaarheid, gastvrijheid en vriendschap. Het heeft zijn oorsprong in de Arabische wereld en is nog altijd bestaande in het schenken van muntthee, maar het oorspronkelijke gebruik zou zijn om het huis goed te doen ruiken wanneer er gasten over de vloer kamen. Munt groeit overal en was makkelijk te verkrijgen, dus men nam wat takjes en wreef dat op deurlijsten, op tafels en stoelen, eigenlijk op alles waar de gasten mee in contact zouden komen. De menthol gaf een verfrissende geur.
Ook salie is een goed cadeau. Hier gaat de oorsprong weer terug naar de Latijnse benaming, salvia officinalis. Salvia is terug te brengen naar het woord ‘salvere’, wat genezen betekent. Dan is er ook nog het Chinese spreekwoord: "waarom zouden mensen sterven als salie in hun tuin groeit?" Schenk dus salie als je iemand een goede gezondheid wenst.
In het begin van Kruiden Claus, in de tijd van de Franse kasteeltuinen, werd er veel over die gezondheidsvoordelen van kruiden nagedacht. Wat is jouw visie daar de dag van vandaag op?
Kruiden dragen verschillende functies met zich mee. Het culinaire is er altijd geweest. De heilzaamheid is vroeger inderdaad ook bijzonder relevant geweest. Vroeger zag je dus vooral de combinatie van zowel het culinaire als het medicinale. In de tijd van de kasteeltuinen had men kruiden enerzijds nodig om gezond te blijven en anderzijds om op culinair vlak voedingswaarde en smaak toe te voegen.
Doorheen de tijd is de functie van kruiden vooral naar het culinaire geëvolueerd. Mensen hebben de medicinale functie van kruiden steeds meer links laten liggen, maar tegenwoordig merk je dat er weer meer mensen teruggrijpen naar de natuur en naar gezonde voeding. De twee functies komen dus weer terug samen en dat is niet onlogisch. Als je kijkt naar de basis van gezondheid ga je automatisch naar de natuur. Als je kijkt naar veel Latijnse benamingen van kruiden wordt dit ook duidelijk. Zo heb je opnieuw salie, salvia officinalis. De vrije vertaling van officinalis is 'vanuit de apothekers’ werkplaats'. Heel veel kruiden met de naam officinalis zijn heel geneeskrachtig en werden lange tijd in de apothekerswereld gebruikt. Nog niet zo gek lang geleden ' laat ons zeggen zo’n 15 jaar ' waren er nog veel apothekers die gedroogde kruiden gebruikten om preparaten mee te maken.
Mensen zijn hiervan afgestapt omdat ze hun geneesmiddelen, waarschijnlijk voor een stuk door marketing, liever in een pilletje of siroopje zagen. Vandaag merken we dat er heel wat middelen zijn die toch terug op basis van kruiden zijn gemaakt. Heel wat hoestsiropen grijpen terug naar tijm. Een Afrikaanse geraniumvariant zit zelfs in kinderhoestsiropen verwerkt. Er is dus zeker een tendens merkbaar die duidelijk maakt dat kruiden terug worden opgepikt door de doorsnee mens en ook terug als geloofwaardig worden geacht. Hier moet je natuurlijk wel een kanttekening bij maken. Heilzaam zijn kruiden sowieso. Medicinaal kan gezegd worden maar er moet wel altijd verwezen worden naar de medische wereld.
Uiteraard zijn er nog steeds non-believers, maar als je hen zou aanbieden een giftige plant op te eten dan denk ik toch dat ze het ermee eens zullen zijn dat planten wel degelijk iets teweegbrengen. Als iets slecht kan zijn, dan kan het evengoed goed zijn. Het zijn niet per se verhaaltjes en hekserij.
Zijn er kruiden die, meer dan andere, gelinkt kunnen worden aan een goede gezondheid?
Er zijn uiteraard de klassiekers à la gynacea, maar je hoeft het niet altijd ver te zoeken. Ik denk bijvoorbeeld aan rozemarijn, een kruid dat heel veel wordt gegeten en kan gelinkt worden aan gezondheid. Er zijn verhalen van mensen die altijd rozemarijn eten en daardoor heel gezond zijn.
Dan is er nog het onsterfelijkheidskruid (Gynostemma pentaphyllum). In de provincie Guizhou in China wonen er opvallend veel honderdjarigen. Na een studie naar het opvallend fenomeen bleek dat die mensen één factor met elkaar gemeen hadden. Dat was dat ze van het kruid thee maakten.
Is thee dan de beste manier om gezondheidsvoordelen uit kruiden te putten?
Zoals Hippocrates vaak gequote wordt: “Let food be thy medicine.” Voeding lijkt mij ook nog steeds de manier waarop je het grootste bereik kan hebben. Het is ook de makkelijkste manier, je moet niet al te veel claims maken en je kan toch wat heilzame eigenschappen toegankelijk maken. Wanneer je het te eng gaat specifiëren, ga je er mogelijks non-believers bijkrijgen en krijg je al snel te maken met wettelijke reglementeringen. Voeding lijkt mij dus nog steeds de beste manier.
Zie jij de voordelen van kruiden te integreren in een drankje, zoals Yugen dat doet?
Uiteraard. Ik denk dat dat één van de best mogelijke manieren is om kruiden aan de man te brengen, en dan vervolgens ook in de man te brengen, en dat op een lekkere manier! Als je iemand moed en kracht wil toewensen hoeft dit niet meteen met een tijmplant te gebeuren, het kan evengoed een Cherry Thyme kombucha zijn.
Daar horen dan de heilzame eigenschappen van het drankje zelf bij, maar ook van de kruiden. Tijm kan krachtig zijn, het is ook heel antibacterieel. Salie heeft ook veel heilzame eigenschappen. Het wordt in het najaar vaak gebruikt om keelpijn te verzachten, maar het is ook gewoon een smaakmaker. Verhaaltechnisch is salie ook een straffe, zoals ik daarstraks al verteld heb.
Wat is jouw favoriete Yugen kruidencombinatie? (We toonden Lode al onze kruidencombinaties)
De Cherry Thyme is al altijd mijn nummer 1, maar nu ik de Strawberry Basil geproefd heb staan ze toch wel samen op de eerste plaats!
Op welke manieren kan je kruiden het best met elkaar combineren?
Planttechnisch ben ik vooral geneigd te gaan nadenken vanuit verschillende gebieden. Dan is het vaak een logische keuze dat bijvoorbeeld tijm, rozemarijn, salie en hyssop gecombineerd worden omdat dit allemaal kruiden zijn die in het mediterraanse gebied groeien en gebruikt worden. Dat zijn van nature combinaties die werken.
Aziatische kruiden hebben dan weer meestal erg sterke smaken. Deze botsen vaak tegen elkaar op. Maar als je dan heel zacht smakende kruiden neemt en deze combineert met sterkere dan werkt het wel. In de praktijk zijn er soms heel verrassende combinaties. Er zijn soms combinaties waar je niet van nature aan zou denken, maar die toch perfect in balans zijn. Uiteindelijk moet het gewoon kloppen voor je smaakpapillen.
Soms kun je ook een zoektocht gaan doen binnen bepaalde kruidensoorten. Tijm is bijvoorbeeld een heel courant kruid. Iedereen kent de klassieke tijm, maar er is ook citroentijm, sinaasappeltijm… Er bestaat nu zelfs limonadetijm. Neem dus bijvoorbeeld de citroentijm, deze gecombineerd met citrus lijkt me heel leuk. Hetzelfde met sinaasappeltijm. Dit zou een perfecte match kunnen zijn.
Je kan ook heel wat onderverdelingen maken in de kruidenwereld. Dat kan bijvoorbeeld planttechnisch. Je hebt meerjarige planten tegenover éénjarige planten, winterhard tegenover niet winterhard, groenbijvende tegenover bladverliezende kruiden… Maar je kan ook gaan indelen op bijvoorbeeld mediterraanse of inheemse kruiden, en wat tegenwoordig ook trendy is, zijn zilte kruiden. Dat zijn alle mogelijke kruiden die in of rond de zee groeien. Oesterblad, zeekraal en zeebanaan zijn bijvoorbeeld allemaal kruiden die onder deze noemer passen.
Heeft de ondergrond ook een invloed op de kwaliteit van de kruiden?
De bodem heeft zeker een invloed op de kwaliteit. Dat is ergens ook logisch. Het product dat wij kweken is plantgoed. Dat zijn plantjes die verder kunnen opgekweekt worden, zij het in volle grond, moestuinbakken of potten. Deze worden traag, in aarde en volgens het seizoen gekweekt. Hierbij zijn de heilzame eigenschappen, smaken en geuraroma’s sterker vervat in vergelijking met hydrocultuur, waarop de kruiden die je in de supermarkt vindt zijn gekweekt. Hydrocultuur is, het woord zegt het zelf, op basis van water. Die kruiden worden geforceerd door ze met water te telen. Ze worden belicht en verwarmd, waardoor al die aroma’s een beetje… verwateren. Hier spreek ik natuurlijk over twee extremen, maar de onderlinge types grond maken uiteraard ook een verschil.
Als je kijkt naar de streken in Frankrijk waar lavendel groeit, heeft dat ook vaak te maken met kalkrijke bodems. Kalk maakt veel voedingswaarden vrij en dat scheelt ook wel veel. Dus ja, zandgrond, kleigrond… De bodemtypes maken wel degelijk een verschil.
Zie je dan ook verschillen in populariteit in kruiden doorheen verschillende streken in Europa? En heeft dit te maken met de bodemtypes of is dat toch eerder cultureel?
Dat gaat in essentie vooral cultureel zijn, maar het heeft ook te maken met bijvoorbeeld temperatuur en met andere omstandigheden. Basilicum is bijvoorbeeld een moeilijk kruid om te kweken maar in Italië groeit het makkelijk. Dat komt omdat het mediterraans klimaat in Italië wat warmer en stabieler is van temperatuur. In België is het kruid ook heel gekend en geliefd maar omdat de temperaturen te wisselvallig zijn en omdat het vaak ‘s nachts te koud is, groeit het hier niet makkelijk.
De populariteit van kruiden hangt dus voor een deel samen met weersomstandigheden, maar hier zit natuurlijk wel een verschuiving in. Door globalisatie wordt de wereld één groot dorp op dat vlak.
Om het dan wat dichter bij huis te trekken: voor ons is duidelijk geworden dat in Nederland bijvoorbeeld de smaken toch wat anders liggen. Zoethout is er populair, zo ook zoethoutgras. Zoethoutgras is een makkelijk groeiend gras met de smaak van drop. Deze is heel bekend in Nederland. Ook zijn Aziatische kruiden meer geliefd bij onze noorderburen dan bij ons. Dit heeft dan weer te maken met kolonisatie en de grote bevolkingsgroep in Nederland met Aziatische roots. Zo zijn citroengras, koriander en kaffirblad kruiden uit ons assortiment die veel gevraagd worden door onze Nederlandse klanten.
Welk kruid is het makkelijkst om zelf te beginnen kweken?
Het makkelijkste kruid is zeker munt. Het is een courant kruid dat in gigantisch veel verschillende soorten bestaat. In onze kwekerij staan zo’n dertigtal soorten, en ze hebben allemaal met elkaar gemeen dat ze woekeren. Woekeren betekent dat ze heel makkelijk groeien en in zowat elke standplaats en elk grondtype perfect kunnen groeien, dus je moet voor het kweken van munt niet per se groene vingers hebben. Integendeel, je zal groene vingers krijgen van de munt weg te proberen krijgen! Munt groeit dus echt heel makkelijk, en het is ook nog eens een heel dankbaar kruid om te gebruiken.
Wat zijn zo de meest speciale kruiden in het assortiment van kruiden Claus?
Citroenverbena blijft het stokpaardje. Citroenmelisse is een kernkruid met een citrusaroma. Citroenverbena is echter een stuk verfijnder en frisser van aroma, en toch minder gekend. En zo zijn er nog heel wat kruiden die onderbelicht zijn. Chinese bieslook bijvoorbeeld, dit is sterker van smaak dan de gekende bieslook en heeft ook mooie eetbare bloemen.
Nog eentje die nu minder gekend is, maar dat vroeger wel was, is bonenkruid. Dit is een kruid dat in feite groeit wanneer we het nodig hebben. Zo zijn veel kruiden eigenlijk seizoensgebonden. Winterbonenkruid groeit, zoals de naam al verklapt, in de winter. In de winter eten we zware bereidingen, wat uiteraard te maken heeft met traditie en geschiedenis. In de winter moet je steviger staan. Deze zware bereidingen zijn meestal vetrijk en dus moeilijk verteerbaar. Bonen horen hier ook bij, en bonenkruid zorgt ervoor dat deze beter worden verteerd. Het beste voorbeeld hiervan is aardpeer. Aardpeer is een knolgewas dat zeer slecht verteert, je kan er veel flatulentie van krijgen. Combineer nu die moeilijk te verteren aardpeer met bonenkruid, in een soep bijvoorbeeld, en je krijgt eerst en vooral een heel lekkere smaak maar de combinatie zorgt ook voor een betere vertering. De natuur zit eigenlijk heel logisch in elkaar.
Nog een kruid dat dit duidelijk maakt is daslook. Daslook is een plant die heel vroeg op het jaar groeit. In het Duits noemt dit ‘bärlauch’, letterlijk vertaald als ‘berenlook’. Dit duidt op het volgende mooie verhaal. Beren doen een winterslaap. Wanneer ze uit die winterslaap komen zijn ze verzwakt, ze zitten met parasieten. Daslook is een van de eerste kruiden die opkomt na de winter, en het eerste kruid dat de beer ziet wanneer hij uit zijn slaap komt. En laat look nu een van de meest zuiverende kruidsoorten zijn. De beer wordt dus wakker, ziet daslook staan en peuzelt het op. Dat zuivert hem van de parasieten die hij in de winterslaap heeft opgedaan. Op die manier is daslook het ideale zuiveringsgoed.
Ook hyssop heeft een leuk verhaal. Hyssop verwijst naar Psalm 51 en dat luidt als volgt: “Was mij met hyssop en ik zal rein zijn.”, maar dat is niet per se belangrijk. Psalm 52 daarentegen is wel belangrijk: “Koop kruiden bij kruiden Claus en ik zal blij zijn.”
Met deze wijze woorden sluiten we met plezier dit gesprek af.